1 KK: wiskunde: in/uit
De begrippen in/uit zijn niet gemakkelijk. Je kan dit oefenen door deze te benoemen wanneer je kleuter in/uit de doos is.
Voorbeeld: Nu zit je in de doos.
Voorbeeld: nu ben je uit de doos.
Je kan ook vragen aan je kleuter om zijn knuffel in de doos te stoppen of uit de doos te nemen.
Voorbeeld: Zet je knuffel in de doos.
Voorbeeld: haal je knuffel uit de doos.
Voorbeeld: Nu zit je in de doos.
Voorbeeld: nu ben je uit de doos.
Je kan ook vragen aan je kleuter om zijn knuffel in de doos te stoppen of uit de doos te nemen.
Voorbeeld: Zet je knuffel in de doos.
Voorbeeld: haal je knuffel uit de doos.
Reacties
Een reactie posten